Wat is een LPG-Gasfles en welke verschillende types zijn er?

In dit artikel is een gids over LPG-gasflessen, waar deze voor worden gebruikt, hoe ze werken en hoe deze veilig te gebruiken.

 

De volgende bijbehorende tutorials sluiten aan bij dit artikel:

LPG-installatie in een Camper, Caravan, Foodtruck of Motorhome

LPG-Dampgastanks voor Campers, Caravans en Foodtrucks

Drukregelaars voor Gasflessen en Dampgastanks

Montage-instructies voor LPG-cilindertanks (damptanks) in voertuigen

De EN 1949 Norm: De Europese Standaard voor Veilige LPG-systemen in Campers en Caravans

G607-keuring (EN 1949)

 

LPG-Gasflessen

Dit onderdeel zorgt voor het opslaan van het vloeibare LPG en tevens het verdampen ervan, zodat het gas in gasvorm de gasfles verlaat. LPG-gasflessen zijn er in verschillende maten, kunnen van verschillende materialen zijn gemaakt zoals staal, aluminium of kunststof (composiet). De LPG-gasfles moet voorzien zijn van een geldige goedkeuring afhankelijk van het type LPG-gasfles en het type gebruik.

Een LPG-gasfles staat rechtop (verticale positie) en is verzien van een bodem met voet waar deze op kan worden neergezet. De tankkleppen zitten bij een LPG-gasfles aan de bovenkant.

 

LPG-Gasflessen dienen te zijn goedgekeurd volgens één van de onderstaande richtlijnen, afhankelijk van het type gebruik.

2010/35/EU Transportable Pressure Equipment Directive (TPED): Deze richtlijn regelt het verkeer over de weg, per spoor en over water van vervoerbare drukapparatuur binnen de EU. Het gaat dus om apparatuur die onder druk staat en wordt vervoerd, zoals bijvoorbeeld LPG-Gasflessen. Het doel van deze richtlijn is om de veiligheid tijdens het vervoer van deze gevaarlijke goederen te waarborgen. Ze stelt eisen aan het ontwerp, de fabricage en de keuring van deze apparatuur (Gasfles), zodat deze veilig over de weg, het spoor of het water kunnen worden getransporteerd.

2014/68/EU Pressure Equipment Directive (PED) regelt de veiligheid van drukapparatuur (LPG-gasfles) wanneer deze in bedrijf is. 

Overlap in eisen voor 2010/35/EU en 2014/68/EU: Er is een grote overlap tussen de deze eerste twee richtlijnen. De essentiële veiligheidseisen voor een gasfles (sterkte, materiaal, ontwerp) zijn voor zowel vervoer als gebruik grotendeels hetzelfde. Fabrikanten zullen daarom vaak een gecombineerde beoordeling laten uitvoeren, zodat hun product aan beide richtlijnen voldoet.

ECE Regulation No. 67 Dit is een strenge en zeer veilige ECE-richtlijn voor de goedkeuring van LPG-onderdelen voor Automotive toepassingen, zoals bijvoorbeeld een LPG-gastank (LPG-gastankfles) en het gebruik er van in een voertuig.

 

LPG-Gasopslag in een LPG-Gasfles. Hoe werkt dat?

Het meest belangrijke onderdeel van het dampgassysteem is de LPG-gasfles (of meerdere) (of LPG-gastank) voor opslag van het LPG. De keuze voor gasfles of gastank is afhankelijk van de benodigde opslagcapaciteit en de beschikbare ruimte in of onder de camper, caravan of foodtruck.

Een LPG-gasfles wordt weliswaar met vloeibare LPG gevuld en opgeslagen, maar er verdampt ook een kleine hoeveelheid en verzamelt zich in de bovenruimte van de LPG-gasfles. Het gas wordt vanuit bovenruimte afgenomen, waardoor het gas de LPG-gasfles in gasvorm verlaat en de druk in de LPG-gasfles daalt. Door de drukdaling verdampt opnieuw vloeibaar LPG, waardoor de druk weer stijgt. Het verdampen van het LPG heeft warmte (energie) nodig. Bij het verdampen van het LPG, koelt de gasfles dus iets af. Hoe meer warmte beschikbaar is, des te gemakkelijker het LPG verdampt en de druk verhoogt. Bij veel gasverbruik, zal er dus ook veel LPG verdampen, waardoor de LPG-gasfles sterk kan afkoelen. Het verdampingsproces zal daardoor steeds moeizamer verlopen.

 

Verdampingsproces en temperatuurafhankelijkheid

Het verdampingsproces vereist warmte-onttrekking uit de omgeving. Propaan verdampt beter bij lage temperaturen dan butaan. Hierdoor:

  1. De gasdruk in de gasfles is sterk temperatuurafhankelijk
  2. Bij hoog verbruik en koude omstandigheden kan de druk dalen
  3. Overweeg bij hoge vraag een extra (externe) gasfles voor meer verdampingscapaciteit

 

Voorbeelden van LPG-Gasflessen

 

De meest belangrijke algemene veiligheidsvoorschriften voor LPG-gasflessen

  1. Houd de gasfles altijd rechtop. (met de kraan boven)
  2. Laat de gasfles niet vallen, omdat er beschadigingen kunnen ontstaan aan de fles of aan de koppelingen.
  3. Sla de gasfles niet op in de nabijheid van open vuur.
  4. Niet gebruiken of opslaan onder begane grond niveau. Gelekt gas zal zich ophopen op een laag niveau.
  5. De opslagruimte moet goed geventileerd zijn met de buitenruimte.
  6. Gebruik geen gereedschap om de kraan te openen.
  7. Gebruik altijd een drukregelaar om de gasdruk uit de gasfles te verlagen en af te regelen op de juiste werkdruk.
  8. Gasflessen en drukregelaars zijn voorzien van een overdrukventiel, om deze reden mogen deze onderdelen niet binnen worden geplaatst. Deze dienen in een geventileerde ruimte, die in verbinding staat met de buitenlucht en niet in verbinding met de binnenruimte.
  9. Controleer regelmatig de slangen en kijk of de cilinder goed vast staat. Als de slangen beschadigd zijn of tekenen vertonen van slijtage, vervang dan de slangen (gebruik slangen van de juiste kwaliteit).
  10. Hanteer en respecteer de geldende de Europese en nationale richtlijnen.

 

Gebruik altijd een drukregelaar! Waarom is deze nodig?

Een drukregelaar wordt (met of zonder tussenkomst van een hogedrukgasfilter en / of hogedrukslang) aangesloten op de uitgang van een LPG-gasfles, met als doel de druk te reduceren en af te regelen naar een lage stabiele en veilige werkdruk van in de meeste gevallen 30 mbar. Deze drukreducering is nodig, omdat de druk die uit de LPG-gasfles komt velen malen te hoog is. De druk in een LPG-gasfles varieert, afhankelijk van de temperatuur, tussen de 1 en 20 bar. Deze druk is VEEL te hoog voor de gasapparatuur. Daarom is het nodig de druk te reduceren naar een constante, veilige lage druk.

Om meer te weten te komen over type drukregelaars en veiligheidseisen en installatie-voorschriften, verwijzen we naar het artikel: Drukregelaars voor Gasflessen en Dampgastanks

Voorbeelden van drukregelaars

 

Type aansluitingen op de afnamekraan op een LPG-gasfles.

Er bestaan helaas veel verschillende type aansluitingen op LPG-gasflessen. Afhankelijk van het land van toepassing wordt het ene of het ander type gebruikt. Maar in de meeste Europese landen wordt een variant van de SHELL-aansluiting met W21,8 Linkse draad toegepast. Het verschil zit dan meestal in het type afdichting en centrale pasvorm.

  • Types G.2 / G.4 / G.5 / G.8 (W21.8 x 1/14 linkse draad): Deze varianten lijken veel op elkaar en hebben aan de gasfleszijde géén rubberen afdichting en is volledig van messing. De afdichting zit aan de kant van de drukregelaar of hogedrukgasslang, vaak in de vorm van een rubberen of kunststof ring. 
  • G2 Shell FR
  • G1 GF
  • G5 Kombi
  • G8 EU Shell

  • Type G.12 (W21.8 x 1/14 linkse draad): Wijkt iets af van de hierboven genoemde aansluitingen en heeft aan de gasfleszijde wél een verzonken rubberen afdichtring. De koppeling van de drukregelaar heeft een geïntegreerde ringvormige messing rand die in de rubberen ring aan de gasfleszijde wordt gedrukt bij het aandraaien en zorgt voor een afdichting.
  • G12 KLF
  • G.12 Shell

Let op: Het is niet mogelijk om een drukregelaar (of hogedrukgasslang) met een G.12-koppeling (met geïntegreerde ringvormige messing rand) direct op een LPG-gasfles met type G.2 / G.4 /G.5 / G.8 (zonder rubber) aan te sluiten; er ontstaat dan geen afdichting (Messing op messing). Gebruik in dat geval een adapter (G.5 verloop naar G.12) die we in onze webshop aanbieden.

Een drukregelaar (of hogedrukgasslang) met een G.5-koppeling past daarentegen wel weer op een gasfles met een G.12 aansluiting. De G.5-aansluiting wordt dan ook wel Kombi-koppeling genoemd, omdat deze zowel op een G.2, G.4, G.8 als op een G.12 past.

 

Uitzonderingen zijn:

In Italië, Griekenland, Oostenrijk, Slovenië wordt vaak de G.1 aansluiting gebruikt die in plaats van Linkse W21,8 schroefdraad, linkse W20 schroefdraad gebruikt. Deze lijkt dus veel op een SHELL-aansluiting, maar is net iets kleiner. In onze webshop bieden we ook adapters aan die het mogelijk maakt een LPG-gasfles met de iets grotere W21,8 schroefdraad te reduceren naar W20, zodat deze in een Italiaanse camper kan worden gebruikt en worden aan gesloten op een G.1 drukregelaar (of hogedrukgasslang).

  • Type G.1 (W20x1/14 Linkse Draad) Veel gebruikt in de landen (Italië, Griekenland, Oostenrijk, Slovenië). Heeft aan de gasfleszijde géén rubberen afdichting en is volledig van messing. De afdichting zit aan de kant van de drukregelaar of hogedrukgasslang, vaak in de vorm van een rubberen of kunststof ring.
  • G.1 Aansluiting

  

Daarnaast bestaan er nog aansluitingen van het type POL en Clip-on, maar aangezien die niet vaak in de Europese landen worden gebruikt, laten we deze verder buiten beschouwing. 

 

We maken onderscheid tussen verwisselbare LPG-gasflessen en hervulbare LPG-gasflessen.

Hervulbare LPG-gasfles: 

Een hervulbare LPG-gasfles (ook wel een LPG-gastankfles genoemd) moet minimaal voorzien zijn van een aantal veiligheidsvoorzieningen zoals een 80%-vulbegrenzing, overdrukventiel, uitstroombegrenzer en een afsluitbare afnamekraan (Handmatig of Elektrisch), en een geldige goedkeuring /certificering.

De genoemde veiligheidsvoorzieningen komen in verschillende uitvoeringen zoals:

  1. met een separate 80%-vulklep en een separate handmatige afnamekraan met geïntegreerd overdrukventiel (zoals op de RV-gasfles),
  2. een met alles in één enkele geïntegreerde handkraan (Overfill Protection Device)
  3. een MultiValve met daarin geïntegreerde separate 80%-vulklepaansluiting, separate afnamekraan met aansluiting en overdrukventiel.

Het voordeel van een LPG-gasfles met aansluitingen en kleppen zoals type A en C (dus met gescheiden aansluitingen voor de ingang en uitgang) is dat de vulslang op de ingang en een drukregelaar of hogedrukgasslang op de uitgang, aangesloten kunnen blijven. Zodat er bij het tanken niet de vulslang met de hogedrukslang te worden verwisseld. 

OPD-Gasflessen zijn LPG-Gasflessen die voorzien zijn van een onderdeel dat een Overfill Protection Device heet, wat wil zeggen dat deze gasflessen voorzien zijn van een 80%-vulbegrenzer, een overdrukventiel en een handmatige afnamekraan met uitstroombegrenzer, allen geïntegreerd in dit ene onderdeel. Deze veiligheidsvoorzieningen maakt een OPD-gasfles veel veiliger dan een gewone verwisselbare LPG-gasfles. Het nadeel van dit type gasfles is echter dat zowel het vullen met LPG als de gasafname via één en dezelfde in-/uitgang gebeurt. Want er zit dus slechts één aansluiting op een OPD-gasfles. Daarom is het gebruik van een OPD-gasfles (type B) sterk af te raden voor intern gebruik in een camper, caravan of foodtruck. Een OPD-gasfles (type B) is mogelijk beter geschikt als externe LPG-gasfles. Middels een hogedruk-snelkoppeling kan deze op het LPG-systeem kan worden aangesloten. Bestudeer hiervoor eerst goed de regelgeving, om te bepalen of dit voor uw camper of caravan mogelijk is.

De aansluiting (ingang en uitgang) op een OPD-gasfles is in de meeste gevallen van het type SHELL aansluiting G.12 = W21.8 x 1/14 (M22) met linkse draad en met rubber afdichtring. 

Multivalve-Gasflessen zijn net als OPD-gasflessen voorzien van een unit met de veiligheidsvoorzieningen zoals een 80%-vulbegrenzer, een overdrukventiel en een handmatige afnamekraan met uitstroombegrenzer, allen geïntegreerd in een MultiValve, maar met het grote verschil dat de ingang (voor het vullen) en uitgang (voor gasafname) gescheiden zijn. Hierdoor kunnen technisch gezien de drukregelaar (of hogedrukgasslang) op de uitgang van dit type LPG-gasfles aangesloten blijven, tijdens het vullen. Tevens is een Multivalve ook van een terugslagklep voorzien in de vulaansluiting, die voorkomt dat het gas terug uit de gasfles kan ontsnappen via de ingang, terwijl een OPD-gasfles dat niet heeft.

  1. De ingang (vulzijde) van een MultiValve-gasfles is meestal een 1/2" UNF Flare aansluiting (geschikt voor LPG-vulslang)
  2. De uitgang (gasafname) van een MultiValve-gasfles is meestal van het type SHELL aansluiting G.12 = W21.8 x 1/14 (M22) met linkse draad en met rubber afdichtring. (Net zoals een OPD-gasfles)

 

 

Verwisselbare gasflessen:  

Een verwisselbare LPG-gasfles wordt niet gevuld terwijl deze zich in een voertuig bevindt en in plaats daarvan verwisseld wordt als deze leeg is. Om deze reden hoeft een verwisselbare LPG-gasfles niet perse te voldoen aan de (eerder genoemde) eisen voor hervulbare LPG-gasflessen. Een hervulbare LPG-gasfles, kan wel als verwisselbare LPG-gasfles worden gebruikt.

Het vullen van een verwisselbare LPG-gasfles wordt dus gedaan buiten het voertuig (door een geautoriseerd vulstation voor LPG-gasflessen). Een verwisselbare LPG-gasfles kan ook een hervulbare LPG-gasfles zijn, zoals hierboven beschreven, maar mag niet worden getankt in een voertuig, omdat deze bijvoorbeeld niet de juiste goedkeuring heeft, of dat de gehele installatie niet is gekeurd of aan de installatie-eisen voldoet.

Een verwisselbare LPG-gasfles dient stevig te zijn bevestigd in het voertuig, maar ook zonder gereedschap te demonteren zijn.

 

Het gebruik van LPG-Gasflessen in recreatieve voertuigen zoals campers en caravans.

Als u besluit een (hervulbare) LPG-gasfles in uw camper, caravan of foodtruck te gaan gebruiken dan moet deze LPG-gasfles voldoen aan de eerder genoemde veiligheidseisen en voorzien zijn van een geldige goedkeuring /certificering. Maar ook de bevestiging van de LPG-gasfles en de gehele LPG-installatie moet aan de juiste veiligheidseisen, installatie-voorschriften en keuringen voldoen. (in de onderstaande paragrafen, schrijven we meer hierover).

 

Dit zijn de meest belangrijke veiligheidsvoorschriften m.b.t. LPG-gasflessen in recreatieve voertuigen.

  1. Laat de installatie van de gasfles(sen) doen door een erkende en geautoriseerde specialist.
  2. Laat het LPG-systeem keuren.
  3. Houd de gasfles altijd rechtop (met de kraan boven) zodat alleen gas in gasvorm de gasfles verlaat.
  4. Laat de gasfles niet vallen, omdat er beschadigingen kunnen ontstaan aan de fles of aan de koppelingen.
  5. De opslagruimte / -compartiment moet goed en voldoende geventileerd te zijn met de buitenruimte en verder voldoen aan de eisen in EN 1949.
  6. Hanteer de minimale afstanden tot een hitte bron zoals bijvoorbeeld een uitlaat, zoals genoemd in EN 1949.
  7. Hanteer verder de veiligheidseisen zoals die in EN 1949 en ECE Reglement 122 bijlage 8 worden benoemd.

 

Let op bij het gebruik van 2 gastanks (of gasflessen)! :

Bij het gebruik van 2 LPG-gasflessen of 2 LPG-damptanks, mogen de uitgangen van de gastanks niet direct met elkaar verbonden zijn. Het moet technisch onmogelijk zijn dat gas kan stromen van gastank A naar gastank B. Hiervoor wordt een omschakelapparaat gebruikt dat ervoor zorgt dat de gasflessen nooit onderling verbonden zijn en automatisch voorkomt dat gas kan ontsnappen als 1 van de 2 gasflessen niet is aangesloten. Drukregelaars die voor bestemd zijn voor het gebruik van 2 gasflessen, zijn meestal van zo'n omschakelapparaat voorzien.

 

Let op bij het gebruik van een EXTERNE gasfles of gastank! :

  1. Voertuigen met een gasflessencompartiment met interne toegang, mogen geen gebruik maken van een externe gastoevoer (gasfles of gastank).
  2. Bij het gebruik van een insteek-koppeling (hogedruk-snelkoppeling) voor het aansluiten van een externe gastoevoer (gasfles of gastank) naast het gebruik van een interne aanwezige gasbron (gasfles of gastank), zal deze permanent bevestigd zijn en zal er een omschakelapparaat, zoals hierboven is benoemd, worden toegepast.
  3. Zo'n insteekkoppeling (hogedruk-snelkoppeling) zal worden aangebracht in het gasflessen- / gastankcompartiment of extern op de wand van het compartiment.
  4. Als deze insteekkoppeling (hogedruk-snelkoppeling) is aangebracht in het gasflessen- / gastankcompartiment, zal het mogelijk zijn om een externe gastoevoer aan te sluiten en vervolgens het compartiment weer te kunnen sluiten, zonder enige schade te maken aan de aanvoer gasslang.
  5. De aanvoerdruk vanuit de externe gasbron, zal niet lager zijn dan 0,3 bar en niet hoger dan 2,2 bar. De insteekkoppeling (hogedruk-snelkoppeling) zal worden voorzien van een permanent aangebracht label of sticker waarop deze minimale en maximale ingangsdruk worden aangegeven. Voor het gebruik van een automatisch omschakelapparaat is een minimale druk van 1,0 bar aanbevolen.
  6. De insteekkoppeling (hogedruk-snelkoppeling) zal incompatibel zijn met elke lagedruk-snelkoppeling (gasafname insteekkoppeling).
  7. De insteekkoppeling (hogedruk-snelkoppeling) zal beschermd worden tegen vuil en water door het gebruik van en deksel.

 

Wil je meer weten over LPG-installaties in recreatieve voertuigen zoals campers en caravans en de bijbehorende veiligheidseisen en installatie-voorschriften, dan bevelen we het volgende artikel aan: LPG-installatie in een Camper, Caravan, Foodtruck of Motorhome

 

Zorg voor een deugdelijke bevestiging van de LPG-gasfles.

Een LPG-gasfles in een voertuig zoals een Camper en Foodtruck dient natuurlijk stevig te zijn bevestigd, zodat deze tijdens het rijden maar ook bij een eventuele aanrijding niet kan losraken en verplaatsen. Zorg er dus voor dat deze met een stevige constructie aan het voertuig is bevestigd. De richtlijn EN 1949 en het G 607 reglement geven aan hoe een verwisselbare LPFG-gasfles in een voertuig dient te worden bevestigd. Hervulbare LPG-gasflessen die getankt worden terwijl deze zich in het recreatie voertuig bevinden, dienen permanent te zijn bevestigd en aangesloten in het voertuig volgens de installatie-eisen in EN 12979 (of de geldende nationale richtlijnen zoals de RDW LPG-inbouweisen in NL). De precieze wijze van bevestiging is afhankelijk van de grootte van de gasfles en de positionering.

Hier noemen we een paar basisvoorschriften:

  1. LPG-Gasflessen dienen stevig bevestigd te zijn in het voertuig, zodat deze op hun positie blijven tijdens het rijden of bij een ongeval.
  2. de wijze van bevestiging van een LPG-gasfles is afhankelijk of deze als verwisselbare of als hervulbare LPG-gasfles wordt gebruikt. Voor verwisselbare LPG-gasflessen, geldt dat de bevestiging ervan zonder gereedschap te openen moet zijn. Terwijl juist voor hervulbare LPG-gasflessen geldt dat deze permanent bevestigd en aangesloten moeten zijn.
  3. Plaats een LPG-gasfles altijd in rechtop staand. (met de kraan boven), zodat de kleppen op de tank correct functioneren en er alleen gas in gasvorm de gasfles verlaat.
  4. Zie verder de veiligheidseisen en voorschriften die eerder in dit artikel worden genoemd. 

 

 

LPG-Tanken. Mag ik mijn LPG-installatie bij een regulier LPG-pompstation met LPG vullen?

Om een LPG-gastank of hervulbare LPG-gasfles met LPG te mogen vullen terwijl deze zich in het recreatievoertuig bevindt, moet deze en de gehele installatie voldoen aan verschillende geldende veiligheidseisen en voorzien zijn van een juiste goedkeuring. In sommige gevallen (landen) is het nodig aan te tonen dat het gehele gassysteem is goedgekeurd. (middels G 607 goedkeuringsstickers of registratie op de kentekenpapieren).

 

Naast de eerder genoemde veiligheidseisen noemen we hieronder een aantal aanvullende veiligheidseisen m.b.t. het LPG-tanken:

  1. De elektrisch- of handmatig bediende afnamekraan direct op de uitgang van de gastank / LPG-gasfles moet altijd afgesloten zijn tijdens het LPG-tanken. Als er een handmatige afnamekraan wordt gebruikt, dient deze zich te bevinden en bedienbaar zijn in de directe nabijheid van de LPG-vulaansluiting op het voertuig. Of anders zal er een additionele handmatige kraan stroomopwaarts van de drukregelaar worden geplaatst die zich te bevindt en bedienbaar is in de directe nabijheid van de LPG-vulaansluiting op het voertuig of anders zal er een additionele automatische klep stroomopwaarts van de drukregelaar worden geplaatst.
  2. De bediening van een elektrische afnamekraan zal direct en gemakkelijk bereikbaar zijn.
  3. Een hervulbare LPG-gasfles / LPG-gastank dient te zijn voorzien van een aantal veiligheidsvoorzieningen zoals een 80%-vulbegrenzing met terugslagklep, een overdrukventiel, een uitstroombegrenzer en een afsluitbare afnamekraan (Handmatig of Elektrisch) en een geldige goedkeuring (UN/ECE Reglement Nr. 67).
  4. Een hervulbare LPG-gasfles / LPG-gastank moet permanent en voldoende stevig in het voertuig te zijn bevestigd (Volgens EN 12979 of de geldende nationale richtlijnen)
  5. De installatie van de vulaansluiting tot en met de gastank moet voldoen aan de veiligheidseisen genoemd in EN 12979 (of de geldende nationale richtlijnen zoals de RDW LPG-inbouweisen in NL).
  6. De installatie van de vulaansluiting tot de gastank en van gastank tot aan de drukregelaar moeten een lekkagetest ondergaan met behulp van een lekkage detectie vloeistof.
  7. De gehele LPG-installatie moet voldoen aan de veiligheidseisen (EN 1949 / G 607 / EN 12979) zijn voorzien van een geldige goedkeuring en in sommige landen ook op het kenteken staan geregistreerd.

Verder kunnen er per land en pompstation additionele voorwaarden of verboden gelden. Zo is het niet in ieder land toegestaan om zelf LPG te tanken of gasflessen te vullen.

LET OP! Houd er rekening mee dat in sommige landen (Italië en een aantal Oost-Europese landen) zelf LPG-tanken niet is toegestaan. Dit mag alleen door het personeel van het pompstation worden gedaan. Informeer u naar de regels van elk land waar u wilt gaan tanken.

 

TIP! Bij het voor de eerste keer vullen van de LPG-gastank of LPG-gasfles

Naast een verplichte lekkagetest, is het raadzaam om de gastank en aansluitingen (zoals de kleppen op de tank, de vulslang en vulaansluiting) extra te controleren op eventuele lekkages alvorens de gastank te vullen met LPG. Om de gastank op druk te brengen kunt u simpelweg het vulpistool van het LPG-pompstation op uw vulaansluiting aansluiten (zonder de pomp te activeren). Hierdoor stroomt een beperkte hoeveelheid LPG vanuit het vulpistool en slang de gastank in, aangezien deze nog drukvrij is. Deze beperkte hoeveelheid LPG verdampt in de gastank en bouwt daardoor een gasdruk op in de gastank die voldoende is om eventuele lekkages te kunnen constateren. LPG is ook sterk geurend, dus een lekkage zou ook daardoor te merken moeten zijn. Controleer goed op lekkages met een gaslekzoeker-spray (of als alternatief een plantenspuit met zeepsop) en spuit dit op de diverse koppelingen een aansluitingen. Pas als je weet dat alles lekvrij en goed is aangesloten, is het mogelijk om de tank verder te vullen. 

Productvoorbeelden van vulonderdelen

 

Dit artikel is auteursrechtelijk beschermd. Het (gedeeltelijk) overnemen van dit artikel is strafbaar.


Disclaimer

De informatie in dit artikel is uitsluitend bedoeld als hulpmiddel en is geprobeerd zo goed mogelijk in lijn te brengen met de van toepassing zijnde reglementen en richtlijnen. Nationale regelgeving kan hiervan afwijken of aanvullende eisen stellen. Installateurs en gebruikers zijn zelf verantwoordelijk voor het (laten) controleren van de gasinstallatie en voldoen aan de van toepassing zijnde lokale wet- en regelgeving. Raadpleeg hier altijd een gecertificeerd professional voor.

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze informatie is samengesteld, bestaat de mogelijkheid op aanwezigheid van fouten en onvolledigheden. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend aan dit artikel. De meest recente en lokale officiële normen en voorschriften zijn altijd leidend.

Naast deze specifieke disclaimer is tevens onze algemene disclaimer van toepassing, waarvan de link te vinden is menu in de footer (pagina-einde).

x