Achterset / LPG-Tankmontageset tbv Cilindertanks 23L t/m 85L

Indien de LPG-tank in de lengterichting (in de rijrichting) wordt geplaatst, dient er aan de voorzijde van het tankframe een dwarsverbinding (kopschot) te worden aangebracht om te voorkomen dat de tank van het frame kan afschuiven. Deze dwarsverbinding dient:
A. ten minste dezelfde dikte heeft als het tankframe;
B. ten minste 30 mm hoog te zijn waarbij de bovenzijde van de dwarsverbinding zich ten minste 30 mm boven de onderzijde van de tank moet bevinden, en
C. zich zo dicht mogelijk dan wel binnen de bolling van de tank te bevinden.

Het tankframe is standaard niet voorzien van zo'n kopschot en dient, indien nodig, zelf aan de juiste zijde van het tankrek te worden aangebracht.

Voorzie de gehele tankinstallatie van een beschermende coating, zodra alles goed gefixeerd is. Dit is met name van belang in het geval van onderbouw. Dit verlengd de levensduur van de tank en constructie. Herhaal dit bij voorkeur jaarlijks.

Laat de installatie van de gastank en de assemblage van het tankframe uitvoeren en / of controleren door een deskundig persoon of specialistisch bedrijf.

Hanteer de RDW-regelgeving en inbouweisen voor een juiste installatie. (zie het bijlagen-tabblad op deze pagina).

Voor onderbouw van een LPG-cilindertank groter dan 80L (waar de spanbanden ook het gewicht van de tank moeten dragen), adviseren we deze te monteren m.b.v. montageringen of montagebeugels in plaats van m.b.v. een tankframe en spanbanden.

Bevestig het tankframe op de vooraf bepaalde plek met een voldoende aantal bouten van de juiste kwaliteit aan een voldoende sterke constructie. (zie de RDW-inbouweisen op het bijlagen-tabblad op deze pagina).

De gastank mag geen metallisch contact maken met het tankframe. Gebruik daarom het meegeleverde isolatiestrip en breng het aan op het tankframe.

Positioneer de gastank op het geprepareerde tankframe. Let op het merkteken (kruis met pijl) op de gastank voor een correcte positionering t.b.v. een goede werking van de gastank. Het merkteken geeft de bovenzijde en het horizontale middenvlak aan.

De spanbanden (tankbanden) gaan over de tank heen en de uiteinden van een spanband gaan door de spanbeugel heen en dan weer terug om de tank heen, maar dan onder het eerder benoemde deel van de spanband dat je net hebt aangebracht. De uiteinden van de spanbanden gaan dus door de spanbeugel heen en onder dezelfde spanband weer terug met een minimale overlap van 15 cm (liever meer).

Aan de achterzijde wordt de spanbeugel vast gebout aan het tankframe. En aan de voorzijde komt de spanbeugel met de bout vast aan de opstaande beugel op het tankframe, waardoor je de spanband kan opspannen door de bout / moer verder aan te draaien. Zorg ervoor dat de spanbanden goed stevig worden opgespannen en dat de tank geheel spelingsvrij en stevig op het tankframe wordt gedrukt. (Zie afbeeldingen ter indicatie.)

Er mogen geen verzwakkingen in de spanbanden worden aangebracht, door bijvoorbeeld een gat aan te brengen. Het bevestigen van de spanbanden mag alleen gedaan worden met de daarvoor bestemde en meegeleverde spanbeugels.

Aantal spanbanden: De LPG-tank moet met ten minste twee tankbanden op het tankframe zijn bevestigd. Indien de tankbanden tevens het gewicht van de LPG-tank dragen dan moeten ten minste drie tankbanden zijn aangebracht. Wij adviseren echter in dat geval minimaal 4 spanbanden te gebruiken in dat geval. De tankbanden worden toch per set (2 stuks) verkocht. Het precieze aantal te gebruiken tankbanden is o.a. afhankelijk van de tankinhoud en de positionering van de LPG-tank. Hanteer en respecteer de RDW-inbouweisen (zie het bijlagen-tabblad op deze pagina) voor een correcte installatie.