Hoe installeer je een LPG-Cilindertank? (Dampgastank)

Marcel Tutorials 0 comment(s) 2900 view(s)

In dit artikel geven we praktische informatie en tips voor het veilig installeren van een LPG-Cilindertank (LPG-damptank). Hoe bevestig je een gastank in of onder je voertuig en welke reglementen moet je volgen.

In dit artikel geven we praktische informatie en tips voor de installatie van een Cilindrische LPG-Tank (LPG-Cilindertanks). Dit soort gastanks zijn er in verschillende groottes verkrijgbaar waar de diameter en de lengte van de tank kan variëren.

Een belangrijker onderscheid valt er te maken tussen LPG-Tanks toegepast als brandstoftank of als dampgastank. Deze tanks lijken in principe erg veel op elkaar, maar zijn in een aantal opzichten verschillend van elkaar, omdat ze op een verschillende manier worden gebruikt.

Een LPG-brandstoftank wordt gebruikt in voertuigen die op LPG rijden. Bij dit soort tanks komt het LPG er in vloeibare vorm uit, doordat het LPG via een stijgbuis in de tank vanaf de bodem uit de tank stroomt.

Dampgastanks worden gebruikt in vrijetijdsvoertuigen (zoals Caravans, Campers, Foodtrucks) en zijn meestal rood van kleur. Het gas wordt gebruikt om te verwarmen en koken en komt in dampvorm uit de tank. Bij damptank is de interne afnamebuis in het bovenste deel van de tank geplaatst, zodat het verdampte gasvormige gas er uit kan stromen.

Wil je meer over dampgastank leren, dan adviseren we u het artikel over dampgastanks en dampgassystemen in camper, caravan en foodtruck te lezen.

Bekijk hier onze gastanks in de webshop.

Geldende Richtlijnen en Reglementen

Voor LPG-Brandstoftanks en LPG-damptanks gelden strikte voorschriften en reglementen voor een veilige en deugdelijke installatie.

Voor de installatie van LPG-brandstoftanks (en LPG-systemen) gelden er in Nederland de RDW-voorschriften. De exacte manier van installatie van de LPG-tank is afhankelijk van het type tank, de positie in het voertuig en de tankgrootte.

Hanteer het RDW-Handboek:

Of download de RDW-richtlijnen als PDF.

Voor damptanks (en dampgasinstallaties) daarentegen is de Nederlandse Praktijk Richtlijn NPR-2577-richtlijn van toepassing. (Er zijn echter veel overeenkomsten met de RDW LPG-inbouweisen.)  

Opsomming van belangrijke aandachtspunten:

In deze paragraaf geven we een korte en bondige opsomming van de meest belangrijke aandachtspunten bij de installatie van een LPG-Tank.

- Gebruik een voldoende sterke constructie voor de bevestiging van de LPG-tank. Houd daarbij rekening met aspecten zoals de grootte van de tank, het aantal en de kwaliteit van bevestigingsbouten, het aantal te gebruiken tankbanden, etc.

- Gebruik geen tanks ouder dan 10 jaar, met deuken of met corrosie.

- Gebruik alleen goedgekeurde LPG-Tanks (ECE 67R-01)

- Plaats de tank in de juiste positionering, volgens voorschriften van de fabrikant. De tankappendages (kleppen) dienen onder de juiste hoek te staan voor een correcte werking van de tank. Op de tank wordt middels een kruismarkering aangegeven wat het horizontale middenvlak is en wat de bovenkant is.

- Houd rekening met de minimaal vereiste afstand tussen het wegdek en onderkant tank (in het geval van onderbouw).

- De tank moet zodanig zijn gemonteerd dat er geen metaal met metaal in contact is, met uitzondering van de permanente bevestigingspunten van de tank. Gebruik hiervoor een isolatiemateriaal van bijvoorbeeld kunststof, vilt of rubber.

Zie de RDW LPG-inbouweisen m.b.t. de tankmontage.

Gastank in de binnenruimte:

In het geval dat een gastank in de binnenruimte van het voertuig wordt aangebracht zijn er extra aandachtspunten t.b.v. het voorkomen dat gassen in de binnenruimte terecht komen. De meeste belangrijke punten zijn:

- Gebruik een gasdichte behuizing op de gastank (tankkast) voor het afvangen van eventueel afgeblazen gas uit de gastank. Gebruik de bijbehorende tankkastrubbers en tules voor het gasdicht afsluiten van de in- en uitgaande slangen en leidingen.

- Sluit een ontluchtingsslang (of twee) aan op de gasdichte tankkast en plaats een bodemontluchting door de lager gelegen bodem, ten behoeve van het afvoeren naar de buitenlucht van eventuele gassen. Als de LPG-leiding door de ontluchtingslang mee naar buiten gaat, dan dienen er twee ontluchtingsslangen en bodemontluchters te worden gebruikt voor een voldoende doorlaatcapaciteit door de ontluchtingslang. Aansluiten op tankkast: 1x rechts onder, 1x links midden (bij tankkraan).

Lees hier de RDW-voorschriften m.b.t. dit onderwerp.

LPG-Tankbevestiging.

Een LPG-tank in een voertuig zoals een Auto, Camper of Foodtruck dient natuurlijk stevig te zijn bevestigd, zodat deze tijdens het rijden maar ook bij een eventuele aanrijding niet kan losraken en rond vliegen. Zorg er dus voor dat deze met een stevige constructie aan het voertuig is bevestigd. De RDW LPG-inbouweisen en de NPR-2577-richtlijn geven aan hoe een LPG-tank in een voertuig dient te worden bevestigd. De precieze manier hiervoor is afhankelijk van de grootte van de gastank en de positionering (onderbouw of inbouw, etc.).

Voor het monteren van LPG-Damptanks hebben we in principe 3 montagesystemen beschikbaar in onze webshop.

1: middels een tankframe en spanbanden die de tank op het frame spannen,

2: middels montagebeugels die ook om een tank heen klemmen en middels en voet aan de beugel aan het voertuig bevestigd kunnen worden en

3: middels montageringen die om de tank heen klemmen en aan ijzeren hoeklijn kan worden gelast, om zo het geheel aan het voertuig te kunnen bevestigen.

Deze montagesystemen zijn er in verschillende maten verkrijgbaar, zodat ze er voor de meeste tankmaten beschikbaar zijn.

Hieronder geven we per type bevestiging globaal aan hoe dit werkt en wat de eventuele voor en nadelen zijn van elke bevestigingsmethode. Bekijk verder per type bevestigingsproduct hoe deze precies gebruikt dient te worden op de desbetreffende productpagina.

In deze categorie kunt u de verschillende bevestigingsmaterialen vinden voor damptanks.

Bij iedere damptank in onze webshop geven we op de desbetreffende productpagina suggesties voor bevestigingsmaterialen middels tekst en links.

Let op de positionering van de dampgastank voor een juiste werking van de gastank. Het merkteken (links boven de appendages) op de damptank geeft aan wat het horizontale middenvlak en wat de bovenkant is. De appendages staan lichtelijk naar beneden gericht (dus onder het horizontale middenvlak).

 

1. Tankbevestiging middels Tankframe en spanbanden (tankbanden):

Een tankframe / tankrek wordt gebruikt in combinatie met een spanbanden / tankbanden voor het installeren van een LPG-Cilindertank (LPG-damptank) met een tankdiameter van 270 mm tot 400 mm. (Gastanks met een diameter kleiner dan 27 cm komen tussen de liggers te vallen). De lasnaden van de tank dienen binnen de lengte van het tankframe te vallen. Als vuistregel kunt u de lengte tussen de lasnaden bepalen door ongeveer 10 cm van de totale tanklengte af te trekken. De tankbanden moeten voorkomen dat de LPG-tank kan gaan schuiven, draaien of losraken. Als de tank in de rijrichting wordt geplaatst, gebruik dan een kopschot op het tankframe ter voorkoming van het doorschuiven van de tank.

Deze bevestigingsmethode is NIET geschikt voor gastanks groter dan 150L. Hiervoor zijn speciale tankmontagebeugels nodig. In geval van onderbouw van tanks groter dan 80L adviseren we deze NIET middels een tankframe en spanbanden te bevestigen, maar middels montageringen of montagebeugels.

Basis Montage-instructies Tankframe en Spanbanden:

Bevestig het tankframe op de vooraf bepaalde plek met een voldoende aantal bouten van de juiste kwaliteit aan een voldoende sterke constructie. (zie RDW-inbouweisen).

De gastank mag geen metaal op metaal contact maken met het tankframe. Gebruik daarom kunststof of rubber isolatiemateriaal (-strip) tussen de tank en het tankframe en breng het aan op het tankframe.

Positioneer de gastank op het geprepareerde tankframe. Let op het markeringsteken (kruis met pijl) op de gastank voor een correcte positionering t.b.v. een goede werking van de gastank. Het merkteken geeft de bovenzijde en het horizontale middenvlak aan.

De spanbanden (tankbanden) (apart bestellen) gaan over de tank heen en de uiteinden van een spanband gaan door de spanbeugel heen en dan weer terug om de tank heen, maar dan onder het eerder benoemde deel van de spanband dat je net hebt aangebracht. De uiteinden van de spanbanden gaan dus door de spanbeugel heen en onder dezelfde spanband weer terug met een minimale overlap van 15 cm (liever meer).

Aan de achterzijde wordt de spanbeugel vast gebout aan het tankframe. En aan de voorzijde komt de spanbeugel met de bout vast aan de opstaande beugel op het tankframe, waardoor je de spanband kan opspannen door de bout / moer verder aan te draaien. Zorg ervoor dat de spanbanden goed stevig worden opgespannen en dat de tank geheel spelingsvrij en stevig op het tankframe wordt gedrukt. (Zie afbeeldingen ter indicatie.)

Er mogen geen verzwakkingen in de spanbanden worden aangebracht, door bijvoorbeeld een gat aan te brengen. Het bevestigen van de spanbanden mag alleen gedaan worden met de daarvoor bestemde en meegeleverde spanbeugels.

Aantal spanbanden: De LPG-tank moet met ten minste twee tankbanden op het tankframe zijn bevestigd. Indien de tankbanden tevens het gewicht van de LPG-tank dragen (m.a.w. de tank ligt niet op het tankframe, maar hangt in de tankbanden; onderbouw) dan moeten ten minste 3 tankbanden zijn aangebracht. Wij adviseren echter om er dan minimaal 4 te gebruiken, zodat de tank symmetrisch is bevestigd. Het precieze aantal te gebruiken tankbanden is o.a. afhankelijk van de tankinhoud en de positionering van de LPG-tank. Hanteer en respecteer verder de RDW-inbouweisen / NPR-2577-richtlijnen voor een correcte installatie.

 

2. Montagebeugels.

Deze montagebeugels worden gebruikt voor het installeren van LPG-dampgastanks en LPG-Cilindertanks met een tankdiameter van 200 mm t/m 400 mm. Gebruik het juiste aantal montagebeugels t.b.v. uw applicatie (afhankelijk van de tankgrootte en montagemethode). De montagebeugels dienen binnen de lasnaden van de gastank te vallen. Gebruik minimaal 4 montagebeugels bij tanks groter dan 85L.

Basis Montage-instructies:

Bevestig de montagebeugels met de voet aan een sterk en stevig onderdeel van het voertuig met een voldoende aantal en voldoende sterke bouten.

De gastank mag geen metallisch contact maken met de tankbeugels. Breng daarom isolatie aan in de tankbeugels, zodat de tank geen metaal op metaal contact kan maken met de beugels.

Buig de montagebeugels enigszins open om de gastank erin te kunnen plaatsen.

Bepaal goed de positie van de gastank. Let hierbij goed op het markeerteken (kruis met pijl) op de gastank voor een correcte positionering t.b.v. een goede werking van de gastank. Het markeerteken geeft de bovenzijde en het horizontale middenvlak aan. En let hierbij ook goed op de positie van flensen van de beugels t.o.v. de tankappendages (tankkast), zodat in- en uitgaande leiding niet worden geblokkeerd. Gebruik een voldoende aantal bouten van de juiste kwaliteit voor een voldoende sterke constructie.

Er mogen geen verzwakkingen in de montagebeugels worden aangebracht, door er bijvoorbeeld een gat aan te brengen.

Hanteer en respecteer verder de RDW-inbouweisen / NPR-2577-richtlijnen voor een correcte installatie.

 

3. Montageringen op hoeklijn

Deze montageringen worden gebruikt voor het installeren van LPG-damptanks (Cilindertank) met een tankdiameter van 270 mm. De montageringen dienen binnen de lasnaden van de gastank te vallen. Gebruik aan weerskanten van de tankappendages minimaal 1 montagering. Gebruik minimaal 4 montageringen bij damptanks groter dan 85L.

Basis Montage-instructies:

Assembleer de montageringen i.c.m. hoekstrip / hoeklijn (of ander constructiemateriaal) tot een stevig en goed passend tankframe voor uw damptank en voertuig. Zorg ervoor dat als u de montageringen op de hoekstrip aanbrengt (last), dat de ringen in de gesloten positie zijn (zoals ze de gastank vasthouden.) Anders komt de hoekstrip wellicht niet onder de juiste hoek t.o.v. de ringen uit.

Let op de postie en dus het markeerteken op de gastank. En let hierbij ook goed op de positie van flensen van de ringen t.o.v. de tankappendages (tankkast), zodat in- en uitgaande leiding niet worden geblokkeerd. Gebruik een voldoende aantal bouten van de juiste kwaliteit voor een voldoende sterke constructie. (zie RDW LPG-inbouweisen / NPR-2577-richtlijn)

Breng nadat het tankframe geheel voorbereid en op maat is een coating aan en breng daarna de plakisolatie aan.

De gastank mag geen metallisch contact maken met het tankframe. Gebruik daarom het meegeleverde plakisolatie en breng het aan op de binnenzijde van de montageringen.

Positioneer de gastank op het geprepareerde tankframe. (Buig hiervoor de ringen enigszins open.) Let op het markeerteken (kruis met pijl) op de gastank voor een correcte positionering t.b.v. een goede werking van de gastank. Het merkteken geeft de bovenzijde en het horizontale middenvlak aan.

Er mogen geen verzwakkingen in de montageringen worden aangebracht, door bijvoorbeeld een gat aan te brengen.

Tips en Veiligheidsinstructies

Zorg voor een correcte installatie!

Laat bij voorkeur een LPG-Tank door een erkend LPG-specialist installeren! De meeste belangrijke veiligheidseisen zijn:

- Deugdelijk bevestiging (RDW LPG-inbouweisen / NPR-2577-richtlijn)

- Plaats LPG-Tanks niet in de cabine, maar alleen in de buitenlucht of in een afgescheiden en met de buitenlucht verbonden ruimte. Uitzondering op deze regel is als de LPG-tank voorzien is van een gasdichte tankkast en deze wordt ontlucht via ontluchtingsslang en een bodemontluchter.

- Bij onderbouw is een minimale bodemspeling van (20 cm) vereist.

- Minimaal 10 cm van hitte bronnen vandaan, zoals bv een uitlaat.

- Leidingen mogen niet het laagste deel van het voertuig zijn.

- Zie verdere instructies in voorschriften en in handleidingen van de gebruikte producten.

Laat de gehele installatie keuren door een bevoegde autoriteit.

 

TIP! Bij het vullen voor de eerste keer

Sluit bij het pompstation eerst alleen de vulslang van het pompstation aan op de vulaansluiting van je systeem. Dan stroomt er LPG dat in de vulslang van het pompstation zit al direct in je tank / gasfles zonder dat je echt hoeft te gaan tanken (op de knop van hoeft te drukken). Op deze manier heb je al meteen drukopbouw in de tank en kan je testen of alles lekvrij is aangesloten. Doe dit door goed te ruiken en eventueel een plantenspuit met zeepsop op de diverse koppelingen te spuiten. Als je dan een lek op probleem zou constateren, dan hoef je niet eerst weer een hoop LPG uit de tank te laten stromen. Pas als je weet dat alles lekvrij en goed aangesloten is, ga dan pas de tank echt vullen.

 

TIP bij onderbouw!

In geval van LPG-onderbouw, bevelen we u aan de tank en kleppen te voorzien van een beschermde transparante coating voor een langere levensduur. Breng een lange reis / jaarlijks een nieuwe beschermende coating aan nadat u eerst de tank heeft laten drogen en zand en vuil heeft verwijdert.

DISCLAIMER

De informatie in dit artikel is louter als hulpmiddel bedoeld. Er kunnen geen rechten aan dit artikel worden ontleent. De van toepassing zijnde wet- en regelgeving (zoals bijvoorbeeld de RDW LPG-inbouweisen of NPR-2577-richtlijn) zijn altijd leidend.

Lees verder onze volledige disclaimer hier.

All images are Copyright protected.

Comments

No comment at this time!

Leave your comment

zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
x